Het voeren van schapen, en in het bijzonder ooien, is erg afhankelijk van de conditie van de ooi en de fase waarin ze verkeren:
De conditie rond dekken moet goed zijn. Magere en vette ooien worden slechter drachtig.
Vanaf 3 maanden tot werpen gaan de vruchten zich sterk ontwikkelen. Door de groeiende lammeren in de baarmoeder neemt de inhoud van het maagdarmkanaal af, waardoor de voeropname daalt en het voer dus steeds geconcentreerder moet worden, anders zal de ooi vetreserves aan spreken om te voorzien in de behoefte van de lammeren.
Tijdens de zoogperiode moet een ooi in staat gesteld worden om voldoende melk te kunnen produceren voor haar lammeren.
Kenmerken schapenfokkorrel:
Geconcentreerde en eiwitrijke brok; (15% ruw eiwit).
Bevat alle belangrijke vitaminen en mineralen.
Stimuleert de vruchtbaarheid én melkgift.
Ook voor alle hobbyschapen, voor onderhoud kan er minder gevoerd worden
